Inhoud beoordelingsrichtlijn
BRL 2307 beschrijft de werkwijze bij het certificeren van AEC-bodemas / AEC-granulaat. AEC-bodemas komt vrij bij het verbranden van huishoudelijk- en bedrijfsafval in een afvalverbrandingsinstallatie oftewel afvalenergiecentrale (AEC). Verdere bewerking van de bodemas (zoals zeven, wassen en het verwijderen van metalen) levert AEC-granulaat als eindproduct.
BRL 2307-1 omvat de EURAL (Europese afvalstoffenlijst) en civieltechnische eisen, gericht op toepassing in grond- en wegenbouwkundige werken. Op basis hiervan wordt een KOMO-productcertificaat afgegeven.
BRL 2307-2 omvat de eisen vanuit het Besluit bodemkwaliteit voor toepassing als bouwstof in een ongebonden toepassing. Op basis van de BRL 2307-2 wordt een NL BSB-productcertificaat afgegeven. Wanneer de leverancier hiervoor een erkenning heeft ontvangen van Rijkswaterstaat, geldt dit als wettig en erkend bewijsmiddel voor het Besluit bodemkwaliteit.
Voor wie is de BRL 2307-2?
Leveranciers, adviesbureaus, aannemers, toezichthouders, opdrachtgevers, laboratoria.
Wanneer is de BRL 2307-2 nodig?
Bij toepassing van AEC-bodemas/granulaat in grond- en wegenbouwkundige werken.
Processtappen
- Offerte aanvragen bij Kiwa; Kiwa stelt een offerte-overeenkomst op voor BRL 2307-1/ 2307-2 waarin alle uitgangspunten voor het certificatietraject en de periode na certificaatverlening zijn opgenomen.
- Toelatingsonderzoek; Tijdens het toelatingsonderzoek wordt door Kiwa vastgesteld of u voldoet aan de eisen van de BRL 2307. Na positief advies ontvangt u het BRL 2307-1/ BRL 2307-2 certificaat. U mag vervolgens daadwerkelijk producten leveren onder het BRL2307-2 certificaat nadat u hiervoor een erkenning van Rijkswaterstaat (via Bodem+) heeft ontvangen.
- Na certificaatverlening volgt periodieke verificatie door de certificatie-instelling dat de certificaathouder voldoet aan de eisen van de BRL. Jaarlijks vinden 4 bedrijfsbezoeken plaats.